Je weet wat voor werk je doet, maar weet je ook waarom je het doet?

Zou je kunnen zeggen dat antwoorden op ‘wat’-vragen uit het hoofd komen, en de antwoorden op ‘waarom’-vragen uit het hart?
Wat-vragen zijn vaak praktisch: Wat wil je doen vandaag, wat wil je eten, wat voor werk doe je? Als het om werk gaat, kun je zeggen dat je verkoper bent. Of secretaresse. Of zorgmedewerker. Het geeft een beeld van de taken die uitgevoerd moeten worden.

Het wordt misschien lastiger als je jezelf de vraag stelt waarom jij het werk doet; waarom ben je verkoper? Het antwoord kan logisch en rationeel zijn; je doet het omdat je het al jaren doet, omdat je er voor bent opgeleid of omdat het voor brood op de plank zorgt.

Maar hoe zit het gevoelsmatig? Krijg je er energie van, maakt het je creatief en oplossingsgericht? Heb je het gevoel dat je een positieve bijdrage levert aan mens, dier of natuur? Voelt je dat je vanuit je hart werkt en geeft het je betekenis?

Ik vind het erg inspirerend als iemand vertelt waarom ze iets doet. Dan zie ik vaak dat iemand met veel vuur vertelt, ik zie gedrevenheid en ook liefde. Dat had ik bijvoorbeeld bij Judith. Zij was tijdelijk doof en hoort nu met een oor weer voor de helft. Deze ervaring had zoveel impact op haar dat ze het gevoel had dat ze er wat mee moest doen. Geluid heeft een andere betekenis voor haar gekregen; ze weet hoe geluid binnen kan komen maar ook hoe het is om elkaar niet te verstaan. Ze heeft in de zorg gewerkt en het voelt als haar missie om instellingen bewust te maken van de impact die geluid heeft op patiënten. Zoals de alarmpiepjes op apparaten of van de po-spoeler aan het bed. Waarom ze dit doet? Haar visie is dat mensen sneller herstellen wanneer patiënt en instelling elkaar horen en als er minder geluid is in hun directe omgeving. Het geeft haar een gevoel van betekenis om hieraan een bijdrage te leveren d.m.v. het creëren van bewustwording.

Kan ik dat wel?

Wat ons vaak onzeker maakt, is dat we denken dat we niet genoeg kennis hebben om zoiets te doen. Dat we te weinig opleiding hebben en dat we eerst nog iets moeten ontwikkelen. Maar is dat wel zo? In het geval van Judith blijkt dat haar persoonlijke ervaring haar deskundig maakt. Zij weet als geen ander wat de impact van geluid is en hoe het in zorginstellingen werkt. Ze heeft niet per se kennis uit boeken nodig, omdat ze het zelf heeft doorleefd en alle bijbehorende emoties heeft ervaren. Ze kan zich daardoor gevoelsmatig makkelijk verplaatsen in anderen. Daarnaast heeft ze diverse oplossingen om geluid te reduceren.

Wat ons vaak tegenhoudt om het hart te volgen, is ons hoofd. Dat maakt ons onzeker en doet ons twijfelen aan ons eigen kunnen. Vanuit daar komt ook de wat- of de hoe-vraag kijken. Hoe ga je er geld mee verdienen, wat ga je dan aanbieden en hoe ga je voor klanten zorgen? Je moet toch een businessplan hebben en je moet toch acquisitie doen? Deze termen zorgen ervoor dat sommigen vroegtijdig de handdoek in de ring gooien. En dat vind ik echt zo ontzettend jammer, omdat juist deze mensen vaak veel kunnen betekenen, waarde te brengen hebben.

Rationele organisaties zoals supermarkten, hebben een businessplan nodig. Dat is omdat het bij hen draait om concurrentie, marktaandeel en winstmarge. Dat is wat mij betreft een oude, rationele gedachte. In de nieuwe markt draait het om zingeving, om een positieve bijdrage leveren aan mens, dier en natuur. Zo geef ik liever mijn euro uit aan de duurdere, biologische boerderijwinkel die kalfjes bij hun moeder laat dan aan een A-merk super.

Judith heeft geen acquisitieplan nodig om de markt te bewerken. Wat zij wel kan doen is communiceren wat zij gelooft, wat haar ervaring en visie is, en wat volgens haar de oplossing is. Daarin zit ook moeiteloosheid omdat ze vanuit haar hart vertelt in plaats vanuit haar hoofd.

Hierdoor kan het bij mensen resoneren. Mensen die zich erin herkennen, die geraakt worden, die het geloofwaardig vinden en die in haar een mogelijke oplossing zien voor hun probleem. Zo worden mensen uit verrassende hoeken bereikt op een manier die het hoofd van tevoren niet had kunnen bedenken.

Vanuit het waarom, volgt het antwoord op de wat-vraag

Als je fietsen verkoopt dan hoop je ieder jaar wat meer fietsen, fietsbenodigdheden of reparaties te verkopen. De groei zit in het aantal en in geld. Je bewegingsvrijheid en de mogelijkheden zijn echter beperkt zolang je in het wat blijft denken. Op het moment dat je weet waarom je fietsen verkoopt, kan er iets heel anders ontstaan.

Stel dat de visie van de fietsverkoper is dat bewegen in de natuur een helende werking heeft. Dat heeft hij zelf ervaren. Daarom wil hij zoveel mogelijk mensen op de fiets krijgen. Dat kan zijn missie zijn, zijn bijdrage aan gezonde mensen. Maar naast fietsen zijn er nog veel meer mogelijkheden om mensen in de natuur te laten bewegen; wandelen, bootcamp, klimmen… Vanuit deze gedachte kan hij zijn aanbod uitbreiden met outdoor artikelen en bijvoorbeeld ook met mountainbike-vakanties en trainingen. Dus vanuit het antwoord op de waarom-vraag, vloeit het antwoord op de wat-vraag.

Als iemand de fietsverkoper vraagt welk werk hij doet, dan kan hij zeggen dat hij mensen enthousiasmeert om te sporten in de natuur waardoor ze gezond blijven. En daarom verkoopt hij sportattributen en organiseert hij natuuractiviteiten. Op deze manier heeft hij vanuit zijn waarom een boeiend verhaal te communiceren en maakt hij het wat, zijn productaanbod, logisch.

Je bent al compleet

Stel jezelf eens de waarom-vraag. En realiseer dat je niet altijd nog iets hoeft te leren of te ontwikkelen voordat je actie kunt ondernemen. Het gaat om wie je NU bent. Met al je ervaringen, kwaliteiten, imperfecties.